Obligaties: hoe werkt dat eigenlijk?

Obligaties: hoe werkt dat eigenlijk?

Obligaties zijn een essentieel onderdeel van veel beleggingsportefeuilles. Zeker nu de rente weer op een redelijk niveau staat, na jarenlang nul tot zelfs negatief geweest te zijn. Maar wat zijn obligaties precies?

Een obligatie is een lening aan een overheid of bedrijf. Als je een obligatie koopt, leen je geld uit aan de uitgevende instantie. Die belooft het geleende bedrag op een bepaalde datum terug te betalen. Als vergoeding betaalt deze overheid of bedrijf jaarlijks rente.

In het algemeen betalen overheden een lagere rente dan bedrijven. Dat is op zich logisch: een overheid is per definitie zeer kredietwaardig. Er is dus weinig risico voor de belegger.

Stel je voor dat een bedrijf een obligatie uitgeeft met een nominale waarde van € 1.000 en een couponrente van 5%. Als je deze obligatie koopt, leen je in feite € 1.000 uit aan het bedrijf. In ruil daarvoor betaalt dit bedrijf jou jaarlijks € 50 aan rente (5% van € 1.000).

Hoe veilig zijn obligaties?

Je zou denken dat obligaties volledig veilig zijn. Je krijgt elk jaar rente en de obligatie of lening wordt aan het eind van de looptijd afgelost. Toch kan de waarde van obligaties schommelen. Dat komt doordat de marktrente schommelt. Die schommelende rente bepaalt de waarde van obligaties op de beurs. En deze rente wordt bepaald door factoren als het monetaire beleid van centrale banken, economische groei, inflatie en vraag en aanbod op de markt.

Rente omhoog, obligatiekoers omlaag

De relatie tussen obligaties en de marktrente is omgekeerd evenredig: als de marktrente stijgt, dalen obligatieprijzen, en vice versa. Dit mechanisme werkt als volgt.

Stel dat je een obligatie van de Nederlandse staat hebt gekocht die jaarlijks een rente van 3% vergoedt. Op het moment van aankoop is 3% voor de Nederlandse staat de marktrente. Als de marktrente na een jaar stijgt naar 4%, moet de Nederlandse staat deze hogere rente vergoeden als zij geld wil lenen door nieuwe obligaties uit te geven. Anders zijn beleggers niet bereid om deze nieuwe obligaties te kopen. Hierdoor worden oudere obligaties met lagere couponrentes, zoals die van 3%, minder aantrekkelijk. Dit betekent dat de prijs van deze “oudere” obligaties daalt. Ongeacht deze tussentijdse koersbeweging blijft het zo dat de obligatie op aflosdatum altijd weer 100% van de nominale waarde – meestal is dat € 1.000 – aflost.

 

Aflossing altijd tegen 100%

Dat de koers altijd op het eind richting de € 1.000 ofwel 100% gaat, is gunstig als de obligatie op het moment van aankoop lager dan 100% staat. Dan krijg je naast rente ook nog een beetje koerswinst. Maar het kan ook en nadeel zijn, namelijk als de obligatie boven de 100% noteert. Dat betekent namelijk dat de koers in het vooruitzicht van de aflosdatum geleidelijk aan zal dalen.

De combinatie van rente-inkomsten en de beweging richting de 100% op de aflosdatum heet in jargon Yield-to-Maturity (YTM). De berekening van YTM kan complex zijn en vereist vaak het gebruik van financiële calculators of spreadsheetsoftware. Simpel is om gebruik te maken van de diverse rekentools die op het internet te vinden zijn, bijvoorbeeld op www.berekensite.nl

Conclusie

Obligaties zijn een belangrijk instrument voor beleggers die stabiliteit en voorspelbaarheid zoeken in hun portefeuille. De relatie tussen obligaties en de rente is van cruciaal belang om te begrijpen, omdat veranderingen in de rente de waarde van obligaties kunnen beïnvloeden. Yield to maturity biedt investeerders een beter inzicht in het totale verwachte rendement van een obligatie. Door deze concepten te begrijpen, kun je weloverwogen beslissingen nemen bij het opbouwen en beheren van je obligatieportefeuille.

 

Marcel Duijvekam is financieel planner in Amsterdam.